Dwarsprofiel

Objecten in HyDAMO: profielgroep & profiellijnprofielpunt & ruwheidprofiel (gemeten profielen) / hydroobjecthydroobject_normgp & normgeparamprofielwaarde (normgeparametriseerde profielen)

Gemeten profielen

Gemeten profielen worden via HyDAMO objecten profielgroep, profiellijn, profielpunt en ruwheidprofiel geschematiseerd:

Onderstaande attributen van het object profielgroep worden gebruikt:

Attribuut
Type
Eenheid
Opmerking
globalidstring-unieke code van het object
brugidstring-code voor koppeling dwarsprofielen aan bruggen
stuwidstring-code voor koppeling dwarsprofielen aan stuwen

Onderstaande attributen van het object profiellijn worden gebruikt:

Attribuut
Type
Eenheid
Opmerking
globalidstring-unieke code van het object
profielgroepidstring-code voor koppeling profiellijn aan profielgroep

Onderstaande attributen van het object profielpunt worden gebruikt:

Attribuut
Type
Eenheid
Opmerking
codestring-id van het dwarsprofiel in het D-HYDRO model wordt uit het profielpunt gehaald met het laagste volgnummer
globalidstring-unieke code van het object
profiellijnidstring-code voor koppeling aan profiellijn
codevolgnummerinteger-opeenvolgend codenummer over de profiellijn

Onderstaande attributen van het object ruwheidprofiel worden gebruikt:

Attribuut
Type
Eenheid
Opmerking
profielpuntidstring-
typeruwheidstring-uit keuzelijst ["Bos en Bijkerk","Chezy", "Manning", "StricklerKn", "StricklerKs", "White Colebrook"]
ruwheidhoogdoublevariabel
ruwheidlaagdoublevariabel

Normgeparametriseerde profielen

Normgeparametriseerde profielen worden via HyDAMO objecten hydroobject, hydroobject_normgp  en normgeparamprofielwaarde geschematiseerd:

Onderstaande attributen van hydroobject worden gebruikt.

Attribuut
Type
Eenheid
Opmerking
codestring-codering voor de takken ('branches') in D-HYDRO
globalidstring-unieke code van het object

Onderstaande attributen van hydroobject_normgp worden gebruikt.

Attribuut
Type
Eenheid
Opmerking
hydroobjectidstring-code voor koppeling aan hydroobject
normgeparamprofielidstring-code voor koppeling aan normgeparamprofielwaarde

Onderstaande attributen van normgparamprofielwaarde worden gebruikt.

Attribuut
Type
Eenheid
Opmerking
normgeparamprofielidstring-code voor koppeling aan hydroobject_normgp
typeruwheidstring-uit keuzelijst ["Bos en Bijkerk","Chezy", "Manning", "StricklerKn", "StricklerKs", "White Colebrook"]
ruwheidhoogdoublevariabelJe geeft als gebruiker bij het inlezen op welke attribuut wordt gebruikt (ruwheidswaardelaag of ruwheidswaardehoog).
ruwheidlaagdoublevariabelJe geeft als gebruiker bij het inlezen op welke attribuut wordt gebruikt (ruwheidswaardelaag of ruwheidswaardehoog).
soortparameterstring-uit keuzelijst [ "bodembreedte","bodemhoogte benedenstrooms","bodemhoogte bovenstrooms", "hoogte insteek linkerzijde","hoogte insteek rechterzijde","taludhelling linkerzijde","taludhelling rechterzijde"]
waardedoublevariabel

Werkwijze modelconversie

Bij het opbouwen van de schematisatie hebben gemeten profielen de voorkeur. De schematisatie gaat als volgt:

  • Profielpunten worden omgezet naar een lijn op basis van de profiellijnid en code volgnummer;
  • De lijn wordt op basis van snijden van de waterloopsectie (tak) toegekend aan de betreffende tak. Bij intersectie met meerdere takken, wordt het yz-dwarsprofiel (willekeurig) toegekend aan de laatste tak.

Op iedere tak dient een dwarsprofiel te zijn gedefinieerd in D-HYDRO. Voor takken waar geen gemeten profiel is geschematiseerd, wordt een normgeparametriseerd profiel geschematiseerd:

  • Als alle attributen uit de bovenstaande tabel zijn gevuld dan worden twee trapeziumvormige profielen aangemaakt op 1 m van de uiteinden, tenzij de tak korter is dan 5 m, dan worden ze op 20% van de taklengte gelegd.
  • Als de bodemhoogtes en een bodembreedte zijn gedefinieerd dan worden er twee rechthoekige profielen gedefinieerd met een hoogte van 5 m (locatie zie vorige punt).
  • Anders heeft de gebruiker de mogelijkheid om een standaard profiel aan te maken in de python code. Zo niet, dan doet D-HYDRO dat en heb je er geen controle over.

In afwijking op voorgaand punt, kan ook worden gekozen om over connection nodes tussen takken te interpoleren door ordenummers aan het netwerk mee te geven. Hiervoorzijn voorbeelden opgenomen in het voorbeeld-notebook.

Bij alle gemeten profielen wordt gecontroleerd of ze gerelateerd zijn aan een kunstwerk. Als objecten profielgroep en/of profiellijn niet bestaan, of als in de profielgroep de stuwid en brugid niet zijn ingevuld, wordt ervan uitgegaan dat het dwarsprofiel op een tak ligt.