Duiker

Object in Hydamo: duikersifonhevel & regelmiddel. Het object regelmiddel is facultatief.

Onderstaande attributen van het object duikersifonhevel worden gebruikt:

AttribuutTypeEenheidOpmerking
codestring-id van het object in D-HYDRO
globalidstring-unieke code van het object

hoogtebinnenonderkantbov

doublem+NAPIn D-HYDRO is dit LeftLevel

hoogtebinnenonderkantbene

doublem+NAPIn D-HYDRO is dit RightLevel

vormkoker

string-

uit keuzelijst ["Driehoekig", "Eivormig", "Ellipsvormig", "Heulprofiel", "Langwerpig", "Muilprofiel", "Onbekend", "Overig", "Paraboolvormig", "Rechthoekig", "Rond", "Scherp", "Trapeziumvormig" ]

Alleen vormcodes :"rond" en "rechthoekig" zijn volledig ondersteund. "Elipsvormig" wordt rond geschematiseerd. "Onbekend" wordt vierkant geschematiseerd. Duikers met andere vormen worden niet geschematiseerd.

hoogteopening

doublem

breedteopening

doublemVerplicht, maar de waarde wordt alleen gebruikt bij een rechthoekig profiel.
intreeverliesdouble-
uittreeverliesdouble-
typeruwheidinteger-uit keuzelijst [ "Bos en Bijkerk", "Chezy", "Manning", "StricklerKn", "StricklerKs", "White Colebrook" ]
ruwheidvariabelvariabel
lengtedoublem


Als via het attribuut duikersifonhevelid een duikersifonhevel is gekoppeld aan het regelmiddel, worden de volgende attributen van het regelmiddel gebruikt:

AttribuutTypeEenheidOpmerking
duikersifonhevelidstring-koppeling aan object duikersifonhevel
soortregelmiddelstring -

uit keuzelijst [ "schuif",  "terugslagklep"]

hoogteopeningdoublemhoogte van de doorstroomopening
afvoercoefficientdouble -

Werkwijze modelconversie

  • Duikers kunnen op verschillende manieren aan een tak gekoppeld worden. De aanbevolen methode is om de duiker te koppelen aan de tak met de minimale afstand tot beide uiteinden (gesommeerd) van de duiker. Deze methode wordt aangeduid als snap_method='ends'. Let op: als een duiker over meerdere takken ligt wordt er 1 tak gebruikt voor het koppelen, waardoor de afstand van de eindpunten van de duiker tot de tak relatief groot kan zijn met als gevolg dat de duiker niet wordt meegenomen. Het is verstandig te controleren of het juist is dat de duiker niet wordt meegenomen.
  • Duikers worden geschematiseerd als puntobject met de eigenschappen zoals weergegeven in de bovenstaande tabel.
  • Bovenstrooms en benedenstrooms (hoogteligging duiker) wordt bepaald op basis van de tekenrichting van de duiker.
  • Duiker, hevels en sifons worden op dezelfde manier geschematiseerd als duiker. Er wordt nog geen rekening gehouden met bochtverliezen.
  • Aan een duiker kan een regelmiddel worden gekoppeld (op dit moment een schuif of een terugslagklep). Dit kan door de globalid van de duiker op te nemen als duikersifonhevelid in het object regelmiddel.
  • Als het soortregelmiddel een terugslagklep is, wordt de toegestane stroomrichting op positief (i.t.t. beide kanten) gezet.
  • Als het soortregelmiddel "schuif" is, wordt een schuif met een vaste hoogte geschematiseerd. Als verliescoëfficiënt van de schuif wordt de afvoercoëfficiënt ervan gebruikt, met daaraan gekoppeld een relatieve opening (zie het DFlowFM-manual) van doorstroomhoogte/duikerhoogte.