*Dwarsprofiel

Objecten in Hydamo: Dwarsprofiel / NormGeparametriseerdProfiel


Onderstaande attributen van het object Dwarsprofiel worden gebruikt.

Attribuut
Type
Eenheid
Opmerking
profielcodestring-
shapegml/shpm of m+NAPx,y, z waarde van profielpunt
typeprofielcodeinteger-Type 4 als waterloopprofiel
codevolgnummerinteger-
ruwheidstypecodeinteger-
ruwheidswaardelaagdoublevariabelJe geeft als gebruiker bij het inlezen op welke attribuut wordt gebruikt (ruwheidswaardelaag of ruwheidswaardehoog).
ruwheidswaardehoogdoublevariabelJe geeft als gebruiker bij het inlezen op welke attribuut wordt gebruikt (ruwheidswaardelaag of ruwheidswaardehoog).
codegerelateerdobjectstring-(Optioneel) Sommige structures (bruggen, universal weirs) vereisen een profieldefinitie. Dit veld bevat de code  van de structure.  De converter ondersteund hiervoor zowel dwars- als normgeparametriseerde profielen.

Onderstaande attributen van het object NormGeparametriseerdProfiel worden gebruikt.

Attribuut
Type
Eenheid
Opmerking

bodemhoogtebenedenstrooms

doublem+NAP

bodemhoogtebovenstrooms

doublem+NAP

bodembreedte

doublem
taludhellinglinkerzijdedouble-
taludhellingrechterzijdedouble-

hoogteinsteeklinkerzijde

doublem+NAP

hoogteinsteekrechterzijde

doublem+NAP
ruwheidstypecodeinteger-
ruwheidswaardelaagdoublevariabelJe geeft als gebruiker bij het inlezen op welke attribuut wordt gebruikt (ruwheidswaardelaag of ruwheidswaardehoog).
ruwheidswaardehoogdoublevariabelJe geeft als gebruiker bij het inlezen op welke attribuut wordt gebruikt (ruwheidswaardelaag of ruwheidswaardehoog).
codegerelateerdobjectstring-(Optioneel) Sommige structures (bruggen, universal weirs) vereisen een profieldefinitie. Dit veld bevat de code  van de structure.  De converter ondersteund hiervoor zowel dwars- als normgeparametriseerde profielen.

Werkwijze bij modelconversie:

  • Bij het opbouwen van de schematisatie heeft het object Dwarsprofiel de voorkeur. De schematisatie gaat als volgt:
    • Dwarsprofielpunten worden omgezet naar een lijn op basis van de profielcode en code volgnummer;
    • De lijn wordt op basis van snijden van de waterloopsectie (tak) toegekend aan de betreffende tak. Bij intersectie met meerdere takken, wordt het yz-dwarsprofiel (willekeurig) toegekend aan de laatste tak.
  • Op iedere tak dient een dwarsprofiel te zijn gedefinieerd in D-Hydro. Voor takken waar geen object Dwarsprofiel is geschematiseerd, wordt een NormGeparametriseerdProfiel geschematiseerd:
    • Als alle attributen uit de bovenstaande tabel zijn gevuld dan worden twee trapeziumvormige profielen aangemaakt op 1 m van de uiteinden, tenzij de tak korter is dan 5 m, dan worden ze op 20% van de taklengte gelegd.
    • Als de bodemhoogtes en een bodembreedte zijn gedefinieerd dan worden er twee rechthoekige profielen gedefinieerd met een hoogte van 5 m (locatie zie vorige punt).
    • Anders heeft de gebruiker de mogelijkheid om een standaard profiel aan te maken in de python code (add_crossections_from_standard). Zo niet, dan doet D-Hydro dat en heb je er geen controle over.
  • Bij alle profielen wordt gecontroleerd of ze gerelateerd zijn aan een structure. Als codegerelateerdobject niet bestaat, wordt ervan uitgegaan dat het dwarsprofiel op een tak ligt. Net als bij takken hangt, in het geval van geparametriseerde profielen, de vorm af van de beschikbare velden: als dat kan wordt een trapeziumvormig profiel opgesteld, anders een rechthoek.