/
Toelichting gebruikte definities

Toelichting gebruikte definities

PeilbesluitGebied

Geometrische afbakening/definitie van gebieden in het beheergebied van een waterschap, waarvoor een peilbesluit van toepassing is.

  • Dit object is alleen bedoeld voor de geometrische presentatie van de gebieden waarvoor een peilbesluit van toepassing is.

  • Dit object kent geen inhoudelijke attributen. Er zijn bijvoorbeeld geen waterpeilen (streefpeilen) gekoppeld aan deze gebieden.

  • Binnen één PeilbesluitGebied kunnen meerdere (deel)gebieden voorkomen met verschillende peilbesluiten.

Voorbeeldkaart met Peilbesluitgebieden WSRL

PeilgebiedVigerend

Een gebied waarvoor, door het algemeen bestuur volgend uit de waterwet, een peilbesluit is vastgesteld, is gepubliceerd, en moet worden nagestreefd.

  • Vaak aangeduid als ‘de peilgebieden’.

  • Bevat de geometrische presentatie van de gebieden.

  • Heeft een relatie met PeilbesluitGebied maar geometrie kunnen in de praktijk verschillen, wat geen probleem hoeft te zijn maar wel gewenst is.

  • Bevat de status van het gebied  PeilgebiedStatus altijd gelijk aan ‘4: Vigerend definitief’.

Voorbeeldkaart met PeilgebiedVigerend objecten WSRL

PeilgebiedPraktijk

Een gebied waarvoor een peil wordt gehandhaafd, maar dat mogelijk nog niet overeenkomt met het meest recente peilbesluit.

  • Er wordt een peil gehandhaafd maar (nog) niet conform peilbesluit. Bijvoorbeeld omdat dit besluit wel genomen is, maar nog niet is geïmplementeerd of een andere aanwijsbare reden.

  • Bevat de status van het gebied -> PeilgebiedStatus altijd gelijk aan ‘1: Praktijk’.

PeilafwijkingGebied

Een deelgebied waarvoor een ontheffing van toepassing is en daarmee een afwijkende waterstand ten opzichte van het peilbesluit wordt nagestreefd.

  • Kan een geheel of deel van het gebied uit PeilgebiedPraktijk zijn.

  • Bevat de status van het gebied -> PeilgebiedStatus altijd gelijk aan ‘1: Praktijk’.

Peilbesluit

Een waterschap legt het gewenste peilbeheer per deelgebied vast in een peilbesluit. Hiermee legt het waterschap zichzelf een inspanningsverplichting op, voor het nastreven van de waterstand(en) uit dit besluit. Een peilbesluit wordt afgegeven voor een bepaalde periode (5-10 jaar). Daarna volgt meestal een herziening.

In een peilbesluit is vastgelegd:

  • Exacte begrenzing van het gebied waarvoor het peilbesluit van toepassing is.

  • Na te streven waterpeil(en); inclusief de definitie van datum/tijd van handhaven van meerdere waterpeilen.

  • Toelichting/motivering voor het peilbesluit.

Het peilbesluit gaat direct in na de officiële vaststelling. In de praktijk duurt het (vaak) even voordat het (gewijzigde) peil ook daadwerkelijk nagestreefd kan worden.

Streefpeil

Een waterstand die nagestreefd wordt in een PeilgebiedVigerend, PeilgebiedPraktijk en/of PeilafwijkingGebied.

  • Binnen PeilgebiedVigerend zijn dit waterstanden uit het peilbesluit.

  • Binnen PeilgebiedPraktijk zijn dit waterstanden uit het peilbesluit, behalve als deze nog niet geïmplementeerd zijn.

  • Binnen PeilafwijkingGebied zijn dit waterstanden afwijkend van het peilbesluit (conform ontheffing).

  • Waterstanden (streefpeilen) kunnen als functie van de tijd variëren. Definieer elke waterstand per periode (begin en eind datum/tijd) en met de juiste eenheid (altijd M voor m+NAP).

  • Notatie is altijd ddmm.

  • Voorbeelden:

    • Vanaf 1 november tot 1 april → beginPeriode: 0111 en eindPeriode: 3103

    • Vanaf 1 april tot en met 31 oktober → beginPeriode: 0104 en eindPeriode: 3110

  • Voor elk tijdstip mag er maar 1 peil gedefinieerd zijn!

  • Wanneer geen beginPeriode en eindPeriode dan geldt het streefpeil voor het hele jaar.

  • Opgegeven perioden moeten het hele jaar afdekken en er mag geen overlap zijn!

  • Er kunnen ook flexibele peilen gehandhaafd worden. Hierbij worden beneden- en bovengrenzen gehanteerd waarbinnen het peil mag fluctueren.

GrondwaterKoppelPunt en GrondwaterKoppelLijn

Rekenpunt of waterloop uit een oppervlaktewatermodel. Beide bevatten de geometrische beschrijving van de ligging van het punt of de waterloop.

GrondwaterInfoPunt en GrondwaterInfoLijn

Bevat informatie (over waterstanden respectievelijk weerstanden) in het bijbehorende GrondwaterKoppelPunt of GrondwaterKoppelLijn. Dezelfde voorwaarden gelden als bij streefpeilen:

  • notatie beginPeriode en eindPeriode als ddmm.

  • Voor elk tijdstip mag er maar 1 waterstand/weerstand gedefinieerd zijn!

  • Wanneer geen beginPeriode en eindPeriode dan geldt de waterstands/weerstand voor het hele jaar.

  • Opgegeven perioden moeten het hele jaar afdekken en er mag geen overlap zijn!

AfvoerGebiedAanvoerGebied

Een gebied begrensd door (stroom)scheidingen, waaruit beschouwd vanuit het afvoerpunt het water van dat gebied afstroomt of via bemaling getransporteerd wordt naar het desbetreffende afvoerpunt. Het afvoerpunt is vaak een zee of meer en de afvoer wordt vaak gerealiseerd door een waterloop. Dit kan een afvoergebied zijn (verzameling van peilgebieden) die via een gemeenschappelijk punt hun water lozen/ontvangen op een hoofdsysteem. Dit kan ook een KRW deelstroomgebied zijn.

HydroObject

Samenhangend geheel van vrij aan het aardoppervlak voorkomend water, alsmede de bijbehorende bodem en oevers. Ook wel aangeduid als waterlopen of watergangen.

  • kleinste homogene (geometrische) eenheid van het oppervlaktewatersysteem.

  • Waterlopen opknippen bij:

    • Voorname wijziging in profiel

    • Knooppunten

    • Peilscheidende kunstwerken

  • Het is geen eis dat waterlopen netjes aansluiten (wel noodzakelijk voor oppervlaktewater modellen!).

  • Ligging definiëren met de hartlijn van een waterloop.

  • Geef de stroomrichting (bij een afvoersituatie) op middels de tekenrichting (bovenstrooms-benedenstrooms).

Normgeparametriseerd profiel

Een normgeparametriseerd profiel bevat een profielweergave van een doorsnede van een object in lengterichting, in dwarsrichting of langs een verticaal, waarbij kenmerken van het object langs de doorsnede worden vastgelegd. Hieronder een voorbeeld van een normgeparametriseerd profiel met een standaard trapeziumvorm met de verschillende attribuutwaarden van het attribuut soortParameter (zie objectenhandboek soortParameter):

  • 1. bodembreedte (in meter)

  • 2 bodemhoogte benedenstrooms (in meter t.o.v. NAP)

  • 3 bodemhoogte bovenstrooms (in meter t.o.v. NAP)

  • 6 hoogte insteek linkerzijde (in meter t.o.v. NAP; niet noodzakelijk ingevuld)

  • 7 hoogte insteek rechterzijde (in meter t.o.v. NAP; niet noodzakelijk ingevuld)

  • 10 taludhelling linkerzijde

  • 11 taludhelling rechterzijde

 

 

Related content