Skip to end of metadata
Go to start of metadata

You are viewing an old version of this page. View the current version.

Compare with Current View Page History

« Previous Version 3 Next »

Voor de schematisatie van verhard gebied zijn twee mogeljkheden beschikbaar:

  1. Eenvoudig: binnen elk Afvoergebiedwordt het verhard oppervlak in de Landgebruikskaart(type 13) geschematiseerd als één verharde knoop.

  2. Complexer: hiervoor zijn twee additionele datasets nodig (als shapefile of GML):

    1. rioleringsgebieden (met veld ‘code’ als ID)

    2. overstorten (met velden 'code', 'codegerelateerdobject' en 'fractie').

Binnen elk afvoergebied wordt de intersectie uitgerekend met rioleringsgebieden. Verhard oppervlak buiten de intersectie wordt geschematiseerd met een verharde knoop en verbonden me de juiste laterale knoop. Alle intersecties tussen afvoergebied en elk betreffend rioleringsgebied worden bij elkaar opgeteld. Vervolgens wordt het oppervlak verdeeld over de overstorten die zijn gerelateerd aan elk rioleringsgebied (via codegerelateerdobject). Hierbij bevat het veld ‘fractie’ de fractie van het totale verharde oppervlak in het rioleringsgebied dat is verbonden aan die overstort. Per overstort wordt dan een verharde knoop aangemaakt. Per overstort wordt ook een ‘extra’ laterale knoop aangemaakt, waar de betreffende verharde knoop aan wordt verbonden. Deze extra lateraal wordt ook opgenomen in het 1D-model.

  • Maaiveldhoogte: gemiddelde hoogte binnen afvoergebied (op basis van raster)

  • Meteo-stations: shapefile met de polygonen waarbinnen neerslag wordt berekend. De knoop krijgt als meteo-station het ID van het meteo-gebied waar het afvoergebied in valt.

  • Overige vereiste invoer:

    • oppervlakteberging

    • berging in de riolering

    • pompovercapaciteit

Deze kunnen alle drie op twee manieren worden opgelegd: als standaardwaarde of als raster (ruimtelijk variabel). Als de waarde een nummer is wordt uitgegaan van een standaardwaarde, anders wordt per afvoergebied het gemiddelde bepaald uit het raster.

Merk op dat bij de bepaling van de oppervlakken een parameter van belang is die de gebruiker kan opgeven (zonalstats_alltouched). Als deze False is, worden alleen pixels opgenomen die helemaal binnen het polygoon vallen. Bij grove rasters kan het kan dus voorkomen dat kleine gebieden geen cellen bevatten. Als True, worden alle cellen meegenomen die worden ‘aangeraakt’ door het polygoon. Dit kan dus leiden tot dubbeltelling. Afhankelijk van de resolutie van het raster en de grootte van de gebieden moet hier een keuze in gemaakt worden.

  • No labels

0 Comments

You are not logged in. Any changes you make will be marked as anonymous. You may want to Log In if you already have an account.